‘De Nederlandse wolvenaanpak is niet in beton gegoten.’
In Nederland houdt de beschermde wolvenstatus in dat ‘het opzettelijk doden, vangen of verstoren van wolven verboden is’, zo staat in het Interprovinciaal Wolvenplan van vorig jaar. Er zijn uitzonderingen. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van de Wet natuurbescherming beslissen om het vangen of doden van een wolf toe te staan, maar dan wel bij voorbeeld ‘wanneer de volksgezondheid of de openbare veiligheid in het geding is’.
Dat ‘weren’ zou kunnen met hekwerken, afrasteringen of de inzet van kuddewaakhonden. Dat is juridisch geen probleem, maar is niet wat sommige partijen beogen.
Het plaatsen van hekken rond steeds weer andere schapenweides, is te bewerkelijk en landschappelijk lelijk. Met het ‘weren’ van wolven, doelen de partijen op het vangen en elders uitzetten van alle wolven, zo bleek in een vergadering.
En dat mag dus op het moment niet in Nederland. Maar de Nederlandse wolvenaanpak is niet in beton gegoten.
Als wij met ons allen daadwerkelijk zullen vinden dat de komst van de wolf onwenselijk is, dan zouden de wetten kunnen veranderen.
Minister Carola Schouten van Landbouw bood woensdag 17 juni 2020 in een brief aan de Tweede Kamer een opening om actiever beheer van de wolf in Nederland mogelijk te maken.
Helemaal nieuw is dat idee niet. In de Duitse deelstaat Niedersachsen stelt de minister voor Milieu, Olaf Lies (SPD), een nieuwe wolvenverordening voor die onder meer de kustgebieden wolf–vrij verklaart. Als wolven zich daar vestigen, mogen ze worden afgeschoten, is het voorstel. Er wordt in september over gestemd, maar volgens critici is het maar de vraag of het idee goed onderbouwd word en zo standhoudt bij het Europees Hof.
Volgens de Habitatrichtlijn mag het alleen ‘wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat’.
‘In vergelijking met de economische schade van andere beschermde diersoorten, is die van de wolf echter gering’ word vaak gesteld – maar de echte economische schade van een wolf, in bij voorbeeld een provincie als Friesland, is al lang nog niet bekend.
Deze bestaat niet alleen uit tegemoetkoming in de schade. Een commissie die ook nog eens een plan moet ontwikkelen zal de provincie al een stuk meer geld gaan kosten dat tegemoetkoming in de schade van vorig jaar. Erbij opgeteld moet ook de echte economische schade worden berekend, wolf-werende maatregelen, gevolgschade, kosten monitoring en zo voort.
Wetten en regels vormen slechts de afspiegeling van maatschappelijke waarde-afwegingen, ze zijn in het ware gestolde waardeoordelen. Als wij met ons allen daadwerkelijk zullen vinden dat de komst van de wolf onwenselijk is, dan zouden de wetten kunnen veranderen.
Beschermstatus van de wolf
De wolf is sinds 2014 in Nederland een beschermde inheemse diersoort.
De beschermde status van de wolf op internationaal, Europees en Nederlands niveau:
CITES-verdrag : bijlage II – Het CITES-verdrag reguleert uitsluitend de grensoverschrijdende handel in wolven
Verdrag van Bern : bijlage II (strikt beschermde soort) en actieplan wolf – Het verdrag van Bern ziet toe op de instandhouding van de Europese wilde flora en fauna en hun leefgebieden en richt zich in het bijzonder op soortenbehoud waarbij samenwerking tussen verschillende staten vereist is. Een aantal verdragspartijen hebben voorbehouden gemaakt, maar Nederland niet. Bovendien is er in het jaar 2000 voor de wolf als soort een Europees actieplan opgesteld. Deze aanbevelingen en actieplannen bieden belangrijke richtsnoeren voor het nu geldende Nederlandse beleid en voor de toepassing van het (Europese en) Nederlandse natuurbeschermingsrecht.
Habitatrichtlijn : Bijlage II (prioritaire soort) Bijlage IV – De wolf staan zowel op de lijst van strikt te beschermen soorten op Bijlage IV, als op de voor gebiedsbescherming richtinggevende Bijlage II. Op de laatstgenoemde bijlage is de wolf aangeduid als prioritaire soort. Bijzondere vermelding in dit verband verdienen de in het jaar 2008 uitgevaardigde “Guidelines on population level management plans for large carnivores”, die specifieke aanwijzingen bevatten voor de toepassing van de Habitatrichtlijn met betrekking tot de wolf: De beweegredenen van de Commissie voor het opstellen hiervan maken duidelijk dat dit document bij uitstek toegesneden is op een situatie als de Nederlandse:
‘if is difficult, if not impossible, for one Member State to manage and protect its large carnivores in the absence of concerted and convergent actions being taken by its neighbours. In addition, with large carnivores starting to return to locations from which they have been absent for decades or even centuries, there is a very high potential for conflicts between the large carnivores and humans.’
De Commissie heeft een Working Group on Wolves ingesteld die de implementatie van de Carnivore guidelines in de praktijk kritisch volgt.
Flora- en faunawet : Beschermde inheemse soort – Nederland heeft internationale verplichtingen tot bescherming van de wolf op zich genomen met de aanwijzing van de wolf als beschermde inheemse diersoort. De aanwijzing van 24 juni 2014 heeft tot gevolg dat het doden, vangen of opzettelijk verstoren van in het wild levende wolven op grond van artikelen 9 en 10 van de Flora- en faunawet verboden is en dat het Faunafonds bevoegd is om te beslissen op aanvragen voor een tegemoetkoming in schade, veroorzaakt door wolven. Voor bestaande houders van in gevangenschap geboren en gefokte wolven wordt vrijstelling verleend van het verbod om de dieren of daarvan afkomstige producten onder zich te hebben. In artikel I van deze regeling wordt de wolf op basis van artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Flora- en faunawet aangewezen als soort die uit Nederland verdwenen is en waarvan gerede kans op terugkeer bestaat. Ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Habitatrichtlijn moeten lidstaten maatregelen treffen om in het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied te beschermen. Die bescherming houdt in eerste instantie in dat lidstaten het opzettelijk doden of vangen van in het wild levende wolven strafbaar stellen. Daarnaast moeten zij maatregelen treffen om de gunstige staat van instandhouding van de populatie te bevorderen.
Wet natuurbescherming : Soortenbescherming en gebiedsbescherming zijn in de Wet natuurbescherming geregeld. De Wet natuurbescherming geeft uitvoering aan de verplichtingen van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. De wolf is beschermd in de wet natuurbescherming art. 3.5 en 3.6. Op grond van de Wet natuurbescherming dragen de provincies, ieder in hun eigen provincie, gezamenlijk zorg voor het nemen van de nodige maatregelen voor het behoud of herstel van een gunstige staat van instandhouding voor de van nature in Nederland voorkomende soorten genoemd in bijlagen II, IV en V bij de Habitatrichtlijn.
Natuurpact’ (2015) : in het natuurpact is vastgelegd dat door de provincies de verplichtingen vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijnen worden nagekomen, ook buiten het Natuurnetwerk Nederland. Deze verplichtingen, de overige internationaal afgesproken biodiversiteitsdoelen en de Rode Lijsten, zijn leidend in de inspanningen op het gebied van soortenbescherming. Voor de wolf is relevant dat Nederland te klein is om ook op de langere termijn een populatie wolven te huisvesten die op zichzelf groot genoeg is om een gunstige staat van instandhouding te bereiken. Dit gegeven is al geruime tijd geleden door de Europese Commissie onderkend waarbij is aanbevolen dat lidstaten tot 15gezamenlijke managementplannen komen op het niveau van grensoverschrijdende deelpopulaties. Voor Nederland gaat het hier om de Centraal-Europese laaglandpopulatie (Pools-Duitse wolven met inmiddels ook dieren in Denemarken en België). Daarbij is relevant dat deze populatie weliswaar sterk groeit maar ze genetisch duidelijk verarmd is ten opzichte van bijvoorbeeld de Baltische populatie (Everaert et al. 2018).
Binnen Europa wordt verschillend invulling gegeven aan de bescherming van wolven. Dit hangt vooral af van de per land of regio verschillende status in de habitatrichtlijn (bijlage IV of bijlage V soort). In een aantal Europese landen of regio’s mag de wolf beheerd worden. Dat is het geval in Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije, Polen, Slowakije, in het Spaans gebied ten noorden van de rivier Duero, in het Finse rendierbeschermingsgebied en op het Griekse grondgebied boven de 39ste breedtegraad. Andere landen kunnen derogaties aanvragen op de algemene beschermingsstatus om onder meer schade aan veehouderij tegen te gaan, indien geen andere bevredigende oplossing bestaat. Onder meer Frankrijk, Hongarije, Kroatië, Roemenië, Slovenië en Zweden vragen dergelijke derogaties aan.
Ingrijpen bij wolven is in Nederland in een aantal situaties mogelijk.
Gelet op de geldende randvoorwaarden is ingrijpen op korte termijn waarschijnlijk slechts aan de orde als wolven gevaarlijk of problematisch gedrag vertonen in relatie tot mensen en in het geval er hybridisatie met honden zou optreden.
Arie Trouwborst, universitair hoofddocent aan de rechtenfaculteit in Tilburg, gespecialiseerd in (roof)dieren en hun status in het natuurbeschermingsrecht, brengt de situatie van de wolf in Nederland op de punt:
“De wolf draagt een kogelvrij vest” is de headline van een artikel in het vakblad vee en gewas nr. 12 uitgave 06. Juni 2020.
In Brabant zorgt destijds een wolf voor veel onrust, boeren zien maar een oplossing, maar dat gaat niet zomaar gezien de status van de wolf in Nederlandse wetgeving.
Wolven zijn al een tijd bezig aan een opmars in Europa, Duitsland telt inmiddels meer dan 105 roedels. Samen met de wolven in west polen en Denemarken vormen de wolven in Nederland en België de “Centraal Europese laaglandpopulatie”. De begrip populatie is essentieel in de discussie om beheer van wolven. Als je enkel zal kijken naar de Nederlandse bestand wolven, rond tien op het moment, en deze als populatie definieert, kom je in de problemen als je een daarvan zal willen verwijderen. Dan verwijder je 10 procent van een heel fragile populatie. De begrip populatie in uit biologische zich niet correct als het gaat om de destijds in Nederland levende wolven.
De habitatrichtlijn en de wet natuurbescherming zijn gericht op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding, beheer mag alleen al geen afbreuk word gedaan aan dit streven.
Als je echter uitgaat van de “Centraal Europese laaglandpopulatie”, dan word het mogelijk om aan deze voorwaarden te voldoen. Dan vertegenwoordigd de Nederlandse bestand minder dan 1 procent van de populatie.
Zijn conclusie luidt dus ook: Een gezamenlijk aanpak van de betrokkenen landen is nodig! Gezamenlijk doelen opstellen voor de populatie als geheel, plus de maatregelen die nodig zijn om die doelen te bereiken, en ook gezamenlijk vaststellen hoeveel wolven uit de populatie kunnen worden verwijdert zonder dat het doel instandhouding in gevaar komt.
Ook Brussel is een sterke voorstander van beheer op populatieniveau, de aanbeveling ligt er als sinds 2008, maar de grensoverschrijdende samenwerking komt niet van de grond. Waarom ? Dat is de vraag…..
Ook belangrijk is een gezamenlijk aanpak als het om de vestiging van wolven gaat in niet Natura 2000 gebieden. Als zich een wolf vestigt in primair agrarisch gebied kan vanuit Brussel de verplichting komen om het leefgebied aan te merken als Natura 2000 gebied. Daar waar de wolf zich vestigt, moet deze beschermd worden. Uit ervaringen weten we dat voor een wolf een leefgebied al gouw goed is, als er genoeg voedsel het hele jaar beschikbaar is, met een rustig plekje om uit te buiken en zich voort te planten. Het is een missverstand dat een wolf natuur nodig heeft.
En het voort planten betekend ook, dat niet automatisch rust is, als een rodel zich vestigt. Ieder roedel produceert weer zwervers, dus je zult automatisch altijd zwervers houden. Ook weten we ondertussen dat ook gevestigde roedels niet altijd aan de wens voldoen, dat zij zich dan primair op wild richten.
Wolven houden zich zelden aan de wensen van deskundige en ambtenaren – zo vestigden zich de eerste wolven in Duitsland niet als verwacht in Brandenburg, waar een managementplan was geschreven, maar verderop ik de deelstaat Saksen in de Oberlausitz, in een militair oefenterrein, midden tussen schietende soldaten en rijdende tanks. Ernaast een bruinkoolmijn en zware industrie. De wolf geld als bekroning van wilde natuur, maar blijkt juist een cultuurvolger te zijn. Met kogelvrije vest…..